Copyright © 2005 by "Stichting Het Klaverblad" · All Rights reserved ·
De eerste paal en oprichting Stichting "Het Klaverblad".
In ’84 o.a. grondwerk gedaan op de plek waar de molen wordt gerealiseerd. Hier moet opnieuw geheid worden, daarom bij enkele heiers prijs opgevraagd, maar wegens de slechte bereikbaarheid vielen de prijzen hoog uit en was de animo daar te heien niet groot. Buurman Jan Yskes kwam met een oplossing . Hij wist bij Alphen a/d Rijn nog een niet meer gebruikte Hollandse stelling te staan. Deze voor Hfl 800,-- gekocht en Hans Schol heeft hem met een vrachtauto opgehaald. Na alles gangbaar gemaakt te hebben kon de eerste paal op 22 juni 1985 met enig ceremonieel vertoon geslagen worden.
In ’84 o.a. grondwerk gedaan op de plek waar de molen wordt gerealiseerd. Hier moet opnieuw geheid worden, daarom bij enkele heiers prijs opgevraagd, maar wegens de slechte bereikbaarheid vielen de prijzen hoog uit en was de animo daar te heien niet groot. Buurman Jan Yskes kwam met een oplossing . Hij wist bij Alphen a/d Rijn nog een niet meer gebruikte Hollandse stelling te staan. Deze voor Hfl 800,-- gekocht en Hans Schol heeft hem met een vrachtauto opgehaald. Na alles gangbaar gemaakt te hebben kon de eerste paal op 22 juni 1985 met enig ceremonieel vertoon geslagen worden.
De eerste paal en oprichting stichting Het Klaverblad.
De palen van 8 meter, die geleverd waren door Jan Yskes en gebracht waren bij molenmakerij Saendijck, heb ik opgevlot en de opzetters overgevaren met het roeibootje. Bij het slaan van de eerste paal was ook Gerrit Husslage, de architect, aanwezig en bij het Kalenderen van de eerste paal heeft hij gezegd dat de paal van 6 meter met opzetter van 1 meter voldoende was. In totaal heb ik 25 palen geslagen waarvan 20 onder de molen, 2 onder een betonblok voor een eventueel zaagraam en 3 voor uitbouw rond de molen (moet nog op tekening gezet worden).
Hierna is het idee van de stichting “Het Klaverblad”ontstaan, mede door de giften.
Eenmaal f 1.000,-- gehad van de Zaansche Molen en nog eens f 1.000,-- van de Rotaryclub Zaanstreek. Na overleg met diverse mensen is op 26-5-1986 de stichtingsakte bij notaris de Groot in Zaandijk gepasseerd en getekend door Johan Ploeger en Willem Kleiss.
Daarna diverse gesprekken gehad met Cor de Boer van de Held Jozua. Ik wilde namelijk. zijn kleine motordekschuit kopen in verband met vervoer van zand, grind en cement voor het beton. Uiteindelijk op 13-2-’86 tot overeen stemming gekomen met de Boer, maar wegens het ijs (het was toen ook een flinke winter) pas in maart opgehaald met Henk v.d. Pol. De voortstuwing was met de oude buitenboordmotor uit 1941. Deze werkte niet feilloos zodat we de eerste middag niet verder kwamen dan de Mallegatsloot voor de sluis en de volgende dag omstreeks 13.00 uur aangelegd bij het landje. Er stond veel water in de boot. Dit er ’s middags uitgepompt. Achteraf hoorde ik dat de brandweer 2 maal de schuit had leeggepompt wegens lekkage. Dit was provisorisch verholpen, door bouten met rubber plaatjes in de gaten te doen. Nadat ik ijzeren platen op de grond gelegd had, waar nu de helling is, de volgende zaterdag de schuit uit het water getrokken met een geleende “Tirfor” van molenmakerij Saendijck. Hulp had ik van Willem en Jack Kleiss. Van te voren had ik de bok, die ik van Lou Koppen gekregen had, opgezet om de kop van de schuit op de kant te tillen en verder trekken op houten rollen. Nadat meerdere keren paaltjes uit de dijk getrokken waren, lag de schuit na een paar uur op de wal. De twee volgende jaren , dus tot mei/juni ’88 aan de schuit gewerkt. Met de bok de motor eruit gehesen. De cilinder was van het carter afgebroken. De motor geheel gedemonteerd en carter is in Amsterdam gelast. Verder, nadat ik de schuit schuin had gelegd, stukken plaat in en op het vlak gelast. De kuilen in de zijkant meestal opgelast en afgeslepen, waarbij ik mijzelf nog verwondde aan de rechter arm toen de slijptol uit mijn hand sloeg. Op het achterdek ook nog stukken plaat ingelast. Zoveel mogelijk de roest eraf gebikt en alles geteerd. Nadat Henk Bootsman jr. een nieuwe schroefas gedraaid had de motor weer ingebouwd.
Hierna is het idee van de stichting “Het Klaverblad”ontstaan, mede door de giften.
Eenmaal f 1.000,-- gehad van de Zaansche Molen en nog eens f 1.000,-- van de Rotaryclub Zaanstreek. Na overleg met diverse mensen is op 26-5-1986 de stichtingsakte bij notaris de Groot in Zaandijk gepasseerd en getekend door Johan Ploeger en Willem Kleiss.
Daarna diverse gesprekken gehad met Cor de Boer van de Held Jozua. Ik wilde namelijk. zijn kleine motordekschuit kopen in verband met vervoer van zand, grind en cement voor het beton. Uiteindelijk op 13-2-’86 tot overeen stemming gekomen met de Boer, maar wegens het ijs (het was toen ook een flinke winter) pas in maart opgehaald met Henk v.d. Pol. De voortstuwing was met de oude buitenboordmotor uit 1941. Deze werkte niet feilloos zodat we de eerste middag niet verder kwamen dan de Mallegatsloot voor de sluis en de volgende dag omstreeks 13.00 uur aangelegd bij het landje. Er stond veel water in de boot. Dit er ’s middags uitgepompt. Achteraf hoorde ik dat de brandweer 2 maal de schuit had leeggepompt wegens lekkage. Dit was provisorisch verholpen, door bouten met rubber plaatjes in de gaten te doen. Nadat ik ijzeren platen op de grond gelegd had, waar nu de helling is, de volgende zaterdag de schuit uit het water getrokken met een geleende “Tirfor” van molenmakerij Saendijck. Hulp had ik van Willem en Jack Kleiss. Van te voren had ik de bok, die ik van Lou Koppen gekregen had, opgezet om de kop van de schuit op de kant te tillen en verder trekken op houten rollen. Nadat meerdere keren paaltjes uit de dijk getrokken waren, lag de schuit na een paar uur op de wal. De twee volgende jaren , dus tot mei/juni ’88 aan de schuit gewerkt. Met de bok de motor eruit gehesen. De cilinder was van het carter afgebroken. De motor geheel gedemonteerd en carter is in Amsterdam gelast. Verder, nadat ik de schuit schuin had gelegd, stukken plaat in en op het vlak gelast. De kuilen in de zijkant meestal opgelast en afgeslepen, waarbij ik mijzelf nog verwondde aan de rechter arm toen de slijptol uit mijn hand sloeg. Op het achterdek ook nog stukken plaat ingelast. Zoveel mogelijk de roest eraf gebikt en alles geteerd. Nadat Henk Bootsman jr. een nieuwe schroefas gedraaid had de motor weer ingebouwd.
Omdat de oorspronkelijke Kromhout motor type K1 er nog in staat, zou deze boot die begin 1933 in de vaart genomen is, volgens Hr. Mannaert een varend monument zijn. Hr. Mannaert is Kromhout deskundige en beheerd het archief van de Kromhout motorenfabriek. Omdat, ondanks al het werk dat ik aan de schuit gehad heb, ik bang was dat ’s winters bij ijsgang in de zaan, er weer lekkage zou ontstaan, lag de "Oude Vos"zoals ik de boot genoemd had 's winters bij de “Jonge Dirk”van Hessel de Vries in het Westzijderveld. In 1998 de helling gemaakt zodat de schuit ’s winters op de kant ligt.
In de loop van 1988, naast het normale onderhoudswerk zoals gras en riet maaien, aan oeverbescherming werken en wat teren en schilderen, weer verder gegaan met de fundering van de molen. Zoals koppen snellen, bekisting maken en betonijzer vlechten met bijbehorend grondwerk. Met de "Oude Vos" zand, grind en cement bij Floris gehaald. Met geleende betonmolen hebben Willem en Jack Kleiss, Erik Rosier en ikzelf de betonfundering in ongeveer 6 uur kunnen klaarmaken. Daarna onder vierkant gemaakt met spanten van gesloopte houtloods van Stadtlander en Middelhoven. Het bijzondere van de onderbouw is dat het overal vandaan kwam. De spanten dus en de oostweeg van Middelhoven, de zuid en noordweeg van de kast van de "Os", de deur van een boerderij aan het Stuurmanspad, 4 stijlen uit een pakhuis uit Amsterdam en gezaagd door Theo op de “Poelenburg”, ijzeren D.I.N. balken bij JoWa (2e hands ijzer), 1 raam uit de schuur van Otterspad, 1 raam van de Zaankamer van de “Kat”en noorderraam uit het “Pink”.
Met de dekschuit behalve de ijzeren balken en het hoekijzer voor de pyramide (ook JoWa) het gebruikte hout bij Bentvelzen en Jacobs gehaald. In tussen liggende tijd ook klusjes voor de Zaansche Molen gedaan, zoals o.a. lijnzaad halen voor de Zoeker, hout voor de Poelenburg en in 2003 als laatste de notabelen gevaren voor de eerste schep klei voor het Jonge Schaap. Met de schuit ook nog 4 m3 stopzand gehaald bij Floris en tegels bij Cees-Jan Ploeger in Krommenie, hetgeen beide gebruikt is voor het terras voor het molen vierkant.
Nadat het onderhuis, zeg maar de werkruimte, met oude geglazuurde zwarte dakpannen, afkomstig van een sloop bij Schol, gedekt was, begonnen met het vierkant onder de piramide, gemaakt van 2e hands hoekijzer en bekleed met underlayment en dampdoorlatende folie. Daarna de buitenkant ,het gedeelte onder de stelling, betimmerd met red cedar overhangend rabat en boven de stelling met geïmpregneerd overhangend rabat. Daarna de piramide met de koker waar het bovenhuis om draait gemaakt. Deze is door Jaap van der Blonk gelast is en hij is behulpzaam geweest bij het opzetten van de piramide. Deze op de grond gemaakte piramide is over een schuine baan, gemaakt van battings, omhoog getrokken. Daarna is de piramide ook bekleed met underlayment en dampdoorlatende folie en de buitenkant betimmerd met 7/8”x 4” geschaafd en geploegd vurenhout met als bijzonderheid dat de bovenkant ruw gemaakt is, om de teer beter te laten houden. Het bovenhuis kwam toen aan de beurt en is geheel van nieuw hout gemaakt. Het balkhout gekocht bij houthandel Gras en is Beiers grenen.
In de loop van 1988, naast het normale onderhoudswerk zoals gras en riet maaien, aan oeverbescherming werken en wat teren en schilderen, weer verder gegaan met de fundering van de molen. Zoals koppen snellen, bekisting maken en betonijzer vlechten met bijbehorend grondwerk. Met de "Oude Vos" zand, grind en cement bij Floris gehaald. Met geleende betonmolen hebben Willem en Jack Kleiss, Erik Rosier en ikzelf de betonfundering in ongeveer 6 uur kunnen klaarmaken. Daarna onder vierkant gemaakt met spanten van gesloopte houtloods van Stadtlander en Middelhoven. Het bijzondere van de onderbouw is dat het overal vandaan kwam. De spanten dus en de oostweeg van Middelhoven, de zuid en noordweeg van de kast van de "Os", de deur van een boerderij aan het Stuurmanspad, 4 stijlen uit een pakhuis uit Amsterdam en gezaagd door Theo op de “Poelenburg”, ijzeren D.I.N. balken bij JoWa (2e hands ijzer), 1 raam uit de schuur van Otterspad, 1 raam van de Zaankamer van de “Kat”en noorderraam uit het “Pink”.
Met de dekschuit behalve de ijzeren balken en het hoekijzer voor de pyramide (ook JoWa) het gebruikte hout bij Bentvelzen en Jacobs gehaald. In tussen liggende tijd ook klusjes voor de Zaansche Molen gedaan, zoals o.a. lijnzaad halen voor de Zoeker, hout voor de Poelenburg en in 2003 als laatste de notabelen gevaren voor de eerste schep klei voor het Jonge Schaap. Met de schuit ook nog 4 m3 stopzand gehaald bij Floris en tegels bij Cees-Jan Ploeger in Krommenie, hetgeen beide gebruikt is voor het terras voor het molen vierkant.
Nadat het onderhuis, zeg maar de werkruimte, met oude geglazuurde zwarte dakpannen, afkomstig van een sloop bij Schol, gedekt was, begonnen met het vierkant onder de piramide, gemaakt van 2e hands hoekijzer en bekleed met underlayment en dampdoorlatende folie. Daarna de buitenkant ,het gedeelte onder de stelling, betimmerd met red cedar overhangend rabat en boven de stelling met geïmpregneerd overhangend rabat. Daarna de piramide met de koker waar het bovenhuis om draait gemaakt. Deze is door Jaap van der Blonk gelast is en hij is behulpzaam geweest bij het opzetten van de piramide. Deze op de grond gemaakte piramide is over een schuine baan, gemaakt van battings, omhoog getrokken. Daarna is de piramide ook bekleed met underlayment en dampdoorlatende folie en de buitenkant betimmerd met 7/8”x 4” geschaafd en geploegd vurenhout met als bijzonderheid dat de bovenkant ruw gemaakt is, om de teer beter te laten houden. Het bovenhuis kwam toen aan de beurt en is geheel van nieuw hout gemaakt. Het balkhout gekocht bij houthandel Gras en is Beiers grenen.
